Conserveermiddelen
Conserveermiddelen zijn bedoeld om micro-organismen te doden, die anders het product zouden kunnen bederven. Dat soort stoffen 'doen' natuurlijk ook iets met lichaamscellen, maar door wettelijke grenswaarden wordt dit 'minimaal' gehouden.
Helaas zijn bepaalde reactie-effecten niet meegerekend...
en is lang niet alles bekend over de effecten op het lichaam. Hieronder worden enkele nieuwe inzichten besproken, en oudere kritieken. Die laten zien dat er de nodige vraagtekens bij het gebruik van conserveermiddelen gezet kunnen worden.
Er zijn een aantal alternatieve conserveringsmethoden, zoals koken, luchtdicht verpakken en hoge druk conservering (HPP).
HPP is een oude techniek (door Pascal in de 17e eeuw ontdekt). Hierbij worden producten onder zeer hoge druk gezet, vergelijkbaar met het gewicht van een olifant op een postzegel. Als dit gelijkmatig verdeeld gebeurt, wordt het product niet beschadigd.
HPP heeft een ander voordeel: bij fruit en groenten blijkt het gehalte aan nuttige stoffen (flavonolen) daardoor te verdubbelen (Eurekalert 2011).
Het nadeel van HPP is, dat bacterie/ schimmelkiemen er niet door gedood worden. Het effect kan vergeleken worfden met pasteurisatie. Nabehandeling met hitte kan ervoor zorgen, dat bijv. fruitsappen langer houdbaar zijn..
Conserveermiddelen worden veel toegepast in producten die lang openstaan, en die zónder conserveerstof gevaarlijk kunnen zijn (vleeswaar, margarine, loempiasaus, siroop, deoroller, bodymilk).
In een aantal gevallen zou het ook zónder kunnen - als roomboter 'vers' verkocht wordt, moet dat ook met margarine kunnen - en lijkt het conserveermiddel vooral het gemak van de winkelier te dienen.
En in een aantal gevallen zou het misschien juist wèl gebruikt moeten worden, bijv. bij mosterd en mayonaise, die lang openstaan.
Zout, azijn en suiker zijn ook conserveermiddelen, maar worden niet zo genoemd - er bestaan ook geen normen voor.
Redelijk veilig in voedsel lijken: E 201 202 203 234 260 270
en in cosmetica de Benzoëzuurverbindingen en natuurlijke zuren als melk- en citroenzuur.
Over Paraben, een ander veel gebruikt conserveermiddel in verzorgingsproducten, zijn de laatste tijd vraagtekens, omdat opeenstapeling in bepaalde lichaamsweefsels is geconstateerd (zie Lichaamsverzorging).
Parabenen zijn ook toegestaan in voeding.
In de praktijk worden ze bijna alleen nog maar toegepast in diervoeding (en zitten ze ook in vleesproducten).
De andere conserveermiddelen kunnen veel sneller kleine gedragsveranderingen (agressie) en allergische reacties veroorzaken, wat maximale gevolgen kan hebben - thuis en op je werk. Conserveermiddelen zijn door hun aard reactief met veel andere moleculen.
Aantasting van het zenuwstelsel en metabolisme is daarom niet onwaarschijnlijk.
Een aantal conserveermiddelen zijn op termijn mutageen (in lagere dosis) of kankerverwekkend (in hogere).
Nitriet en sulfiet zijn de bekendste voorbeelden :
zo wordt officieel geadviseerd om uit te kijken met spinazie, vanwege mogelijke nitrietvorming (naast het oxaalzuur)....terwijl deze stof aan vleeswaren en kazen wordt toegevoegd...
Sulfiet mocht onvermeld gebruikt worden in wijn en bier....
maar dat heeft de EU nu veranderd.<
Biologische boeren blijken uitstekende wijnen zónder sulfiet te kunnen maken.. - al wil Stichting Biologica dit waarschijnlijk nu óók veranderen, sulfiet is minder erg dan nitriet, en nitriet heeft ze toegestaan...
Sulfiet is te vergelijken met nitriet, maar geeft geen nitrosaminen, en is daarom minder erg slecht.
Met name mensen, die al een aangetaste stofwisseling hebben, zoals astmapatiënten, reageren sterk op sulfiet.
Daarbij komt, dat bier en wijn nitrosaminenvorming in de hand werken.
NITRIET
Wat is nitriet, waarom is het slecht?
Nitriet wordt al lang als conserveringsmiddel gebruikt. Volgens de hedendaagse keuringsnormen zou het niet meer toegelaten worden.
In het verleden was nitriet noodzakelijk om voedselvergiftiging te voorkomen - tegenwoordig zou het, met zorgvuldige bewaking van de houdbaarheid, niet meer hoeven (bovendien zijn er alternatieven, maar die geven geen mooie roze kleur aan vleeswaar).
Nitraat (sterk aanwezig in spinazie, sla, koolrabi, veldsla, radijs, rode bietjes - en in drinkwater in bio-industriegebied) wordt tijdens verhitting, veroudering en in het lichaam (speeksel, maagzuur - via scalpeterigzuurvorming - darmflora) deels omgezet in nitriet. Zeer extreem gebeurt dat met luchtdicht verpakte of voorgesneden groenten, omdat nitriet zich het beste in zuurstofarme omstandigheden ontwikkelt - en het voorsnijden een enorme oppervlakte voor micro-organismen biedt, om nitraat om te zetten in nitriet. Nitriet tast de rode bloedlichaampjes aan, en betekent voor zuigelingen een direct levensgevaar.
Rauwe en buiten de koeling houdbare vleeswaar (rookworst, salami) mag 600 milligram kaliumnitriet per kilo bevatten. Gekookte vleeswaar bevat vaak veel minder.
In Goudse Kazen zit meestal nitraatzout, de voorloper van nitriet.
In spinazie zit gemiddeld 2 gram nitraat (0,2 tot 6 gram) per kilo, wat normalerwijs 2 tot 70 milligram nitriet kan opleveren (in extreme omstandigheden nog meer).
Het vaakgehoorde argument, dat de nitrietbelasting door spinazie veel hoger is dan die van vleeswaar, klopt dus niet helemaal... en wij eten vaker vleeswaar dan spinazie, 1:32 31-3-2006 en lang niet iedere spinazie bevat veel nitraat.
De WHO geeft als maximumnitrietwaarde 0,2 mg per kilo lichaamsgewicht (= 14 mg voor iemand van 70 kilo)
Zie hier het uitgebreide overzicht.
Een béétje ham-, kaas- en voorgesneden sla-eter komt daar al snel overheen.
In natuurlijke hoeveelheden is nitraat - en ook zelfs nitriet - noodzakelijk voor vele lichaamsfuncties.
Nitrietreacties in het maag-darmkanaal vernietigen schadelijke bacteriën - en nitraat is nodig voor allerlei hersen-, zenuw-, hormonale-, en gifafbrekende processen.
Licht verhoogde hoeveelheden kunnen therapeutische werking hebben, zoals bij het voorkomen/ verhelpen van bloedklontering (bijv. Carmeliet, Mazzone, Leuven juni 08).
Al te huiverig moet ook niet omgegaan worden met nitraatrijke groenten.
Het is echt niet verkeerd om vaak sla met olijven en tomaat te eten - ook dàt is een bestanddeel van het fameuze Mediterrane eetpatroon.
Dat is dan wel sla die onder de zon is geteeld en niet in een kas (bevat meestal veel minder nitraat).
Anders wordt het, als er onnatuurlijk veel extra nitraten en nitriet ingenomen worden, er worden dan kwadratisch meer gevaarlijke nitrosaminen gevormd.
De geruststellingen* over nitraat en nitriet, die de laatste tijd te horen zijn - en die deze kanttekening niet maken - moeten dan ook met een korreltje nitrosamine genomen worden...
Geruststellingen over nitraatbelastingen door drijfmestrestanten in het grondwater en uitbundig gebruik van kunstmest (nitraat) in de niet-biologische slateelt - en over het gebruik van nitriet als conserveermiddel - lijken toch echt misplaatst en onkritisch...
Het is van groot belang, de nitrietniveaus zo laag mogelijk te houden, want
bij een 10 MAAL HOGER NITRIETGEHALTE ontstaat een 100-VOUDIGE NITROSAMINEVORMING.
* Het lichaam zelf produceert in haar stikstofcyclus veel meer nitriet. Toch valt uit het bovenstaande gegeven te concluderen, dat èxtra belastingen met nitriet met argusogen bekeken dienen te worden, zie ook J.A.Hofseth 0408.
Het is zelfs zo, dat in tijde van lichamelijke aantasting (of dat nu ziekte is of iets anders), het lichaam automatisch méér nitriet aanmaakt, in een natuurlijke reactie de 'aanvallers' op te ruimen.... dat daarbij ook de eigen cellen aangetast raken, het energieniveau verlaagd wordt, mogelijk hoofdpijn ontstaat, wordt voor lief genomen...
In de 'geruststellingen' over nitriet in voeding, zoals géén effect op maagkanker, is nooit iets te vinden over het vermelde kwadratische effect. Juist dit effect verdient echter de aandacht.
Bovendien, dat nitriet als conserveermiddel per JAAR maar een klein deel van de lichamelijke nitrietbelasting veroorzaakt, wil niet zeggen dat (regelmatige) TIJDELIJKE PIEKBELASTINGEN geen schade veroorzaken !
Een ander voorbeeld hiervan: Het roken van 3 sigaretten per dag is niet meetbaar slechter dan het roken van 10 sigaretten.
De tijdelijke piekbelastingen veroorzaken zoveel schade, dat het daggemiddelde niet zoveel uitmaakt....
Tijdens die piekbelastingen ontstaan er dus situaties met een mogelijk wel meer dan honderdvoudige nitrosaminevorming.
Dat gebeurt in reactie met (negatief geladen) ongebonden eiwitten/aminozuren en wordt bespoedigd door zuur en door VERHITTEN.
'Free Amines', (deels) afgebroken eiwitten, ontstaan massaal door microbiële activiteit, bijv bij kaasmaken en verouderen van etenswaar. Ze worden ook massaal aan levensmiddelen toegevoegd (aminozuren zoals smaakversterkers en zoetstoffen).
Ze zitten in vlees, kaas, melk, smaakversterkers (in bijna alle vleeswaar), gist en in veel rijpe vruchten.
Het is niet zo, dat alle vrije eiwitten tot nitrosamines leiden.
Gesplitste eiwitten in het MAAGzuur zijn normalerwijs stabiel en positief geladen, en reageren nauwelijks met nitriet... - veel meer bij scalpeterig zuurvorming, die bij microbiële processen plaats kan vinden, en in geringe mate ook in de maag - die eiwitten een negatieve lading geeft).
In het bloed/hersenvocht verwisselen 'aminozuren' (eiwitdelen) voortdurend van samenstelling, mede afhankelijk van de zuurgraad en de aanwezige stoffen.
Bij ontstekingen, (vet/melk)zure omgevingen, in lichaamsvet opgeslagen/vrijkomende chemische reactiestoffen (zoals bepaalde oxylaten), belasting met chemicaliën als bepaalde alkylverbindingen, aluminiumreactieproducten, DEA en TEA uit cosmetica, handzeep, shampoo en badschuim (secundaire amines) - e.d., veel is nog onbekend -
kan nitrificering tot nitrosamines plaatsvinden.
Verhitte kaas (veel vrije aminen) met nitraat/nitrietzout, in combinatie met vleeswaar en zuur (van bijv ananas, azijn) is uiterst ongezond !
Gekookte of opnieuw verhitte producten met nitriet en vrije eiwitten (gebakken spekjes met azijn en oude voorgesneden groenten, gebakken vleeswaar met kaas, rook/knakworst meegekookt in de snert, ) behoren tot de slechtste producten !
Maar geen waarschuwing op de verpakking, hoé schadelijk het is, om rookworst te koken, of spekkies en salami uit te bakken... wie doet het niet, zo af en toe ? (mijn oudste dochter)
Nitrosaminen behoren, samen met bijv. dioxaan (2,3,7,8 TCDD), PCB's, verarmd uranium, polonium, plutonium en pseudo-hormonen (zoals bestrijdingsmiddelen, Alkyl-phenol-ethoxylaten in verzorgingsproducten), tot de schadelijkste stoffen, die zo slecht zijn - of zich dusdanig opstapelen in de loop der tijd - , dat er geen veilige grenswaarde vast te stellen is.
Helaas zijn er de laatste tijd geluiden te horen, die dit alles tevéél bagatelliseren. Zelfs een zogenaamd kritisch wetenschapsjournalist als P de Jaeger (die de persprijs van de Wageningen Universiteit gewonnen heeft), schuift alles op het 'leefpatroon' van de mensen...
Het bovenvermelde uitgebreide overzicht van de WHO laat echter andere taal horen...
30-60% van onze nitrosaminenbelasting (door voeding) ontstaat in het eigen lichaam.
Dit kan grotendeels voorkomen worden door het gelijktijdig slikken van vitamine C met nitriethoudend eten:
11,5 maal zoveel Vitamine C als nitriet (een half glas sinasappelsap per 50 gram bacon, of per 100 gram oude spinazie) en daarbij 'Time-released' vitamine C (500mg) om nitrosaminenvorming in het lichaam gedurende de hele dag tegen te gaan.
Nitrosaminenbelasting ontstaat door reacties in vleeswaar en kaas, door reacties van viseiwit met nitriet (zie vlees en beleg), door bepaalde bereidingswijzen, en in lichaamsverzorgingsproducten en huishoudmiddelen.
ROKEN is de grootste bron van nitrosaminen, en door LUCHTVERVUILING en KUNSTSTOFFEN (bijv. ballonnen en rubberverbindingen, zoals condooms en huishoudhandschoenen) krijgen we ook een behoorlijke portie binnen.
Nitrosaminen die al ontstaan zijn, zijn niet meer weg te vangen met Vitamine C, ze richten onherstelbare celschade aan en staan bekend als uitermate kankerverwekkend.
Een product wordt 'ZEER SLECHT' genoemd, als nitriet toegevoegd is...
= > vleeswaar, behalve Néderlandse biologische - tot voor kort - bevat bijna altijd nitriet, buitenlandse kaas vaak niet, Nederlandse kaas meestal wel.
Meer hierover is te vinden bij Vleeswaar , Groenten en Kazen.
Nitrietverbindingen zijn ook terug te vinden in cosmetica en lichaamsverzorgingsproducten, en kunnen ook daar nitrosaminen vormen.
Maar niet vergeten moet worden, dat de we ook uit andere bronnen nitrosaminen binnenkrijgen - een vergelijking:
Gebakken ontbijtspek 's ochtends geeft gemiddeld 0.17 mcg per dag.... de gemiddelde roker 17 mcg..., cosmetica 0.41 mcg en autorijden gemiddeld 0.5 mcg...
Dan komen voor de autorijder nog eens de fijnstofbelastingen (van dieseluitlaatgassen, en asfalt- en bandenslijtage), en andere schadelijke verbrandingstoffen, zoals koolmonoxide en MBTA/benzeenproducten..
wat betekent dat iemand, die vaak op de drukste wegen rijdt, een veel hogere aantasting heeft, en zich moet afvragen waarom zij/hij in hemelsnaam gestopt is met roken... !!
______________________________________________________________
BESTRALING
BESTRALING om ziektekiemen te doden, is misschien beter dan het gebruik van (bijv.) Methylbromide, Ethyleenoxide en Propyleenoxide, die kankerverwekkend, mutageen en deels ozonlaagaantastend zijn. Bij bestraling worden óók gevaarlijke stoffen gevormd, maar in geringere mate.
Tropisch fruit kan hierdoor rijper geoogst worden, en heeft daarom meer smaak (teveel bestraling maakt het product juist weer viezer en week).
Voor de meeste producten zijn er alternatieve behandelingsmethoden, zoals microstraling, hogedruk- of stoom- behandeling.
Bij rauw vlees en kruiden is bestraling de énige mogelijkheid om aanwézige ziektekiemen te bestrijden (kruiden verliezen snel hun geur door verhitting).
Om álle ziektekiemen te doden, is vaak een hóge dosis straling nodig. Daardoor gaan smaak en kwaliteit van het product sterk achteruit. Meestal wordt daarom gekozen voor een lagere stralingsdosis, die niet alle micro-organismen doodt.
Over de mutagene effecten van deze straling op mensgevaarlijke virussen in vlees is niets bekend.
Bestraling van de meeste producten (niet van kip en kruiden) is verboden in Nederland en Duitsland: er zijn alternatieven mogelijk. Bestraalde aardappels zijn te herkennen aan donkere plekjes... (de gedode kiemplekken)
Over geïmporteerde producten hebben we niets te zeggen...
Volgens de regels mogen geïmporteerde producten bestraald zijn , dit moet dan op het etiket vermeld worden (wat in de helft van het aantal gevallen niet gebeurt...de Keuringsdienst Van Waren heeft daarvoor nu controlemethodes ontwikkeld)... Als het bestraalde product als ingrediënt gebruikt is in een ander product, hoeft de bestraling niet vermeld te worden.
De nadelen van bestraling staan samengevat bij deze link (engels, in cache), zie ook links.
Bestraling vormt agressieve stoffen (bijv, waterstofperoxide), die door de anti-oxidanten in het product (bijv. vitamine C in Ananas) deels geneutraliseerd worden, waardoor de vitamine (deels) verdwijnt, en het product minder voedingswaarde overhoudt.
Ook raakt bestraling aan de belangen van de atoomindustrie zie info, die een deel van hun afval kwijt kunnen..
Bestraling is dus zéker niet een goede oplossing...
Conserveermiddelen in Lichaamsverzorgingsproducten worden verder hier besproken.
Conserveermiddelen in kunststoffen worden bij de info over kunststof besproken, en zitten deels in de gevarenlijst op de 'huishoudenpagina'.